Installatie 

Bubble kan worden geïnstalleerd door middel van een MSI-installatie bestand. Zie hiervoor Partnerportal > Software op deze kennisbank. Het installatiebestand is digitaal ondertekend door Red Cactus. Hiermee kan geverifieerd worden dat het bestand en inhoud afkomstig zijn van Red Cactus en er geen wijzigingen zijn aangebracht in de code. Daarnaast zal het installatiebestand automatisch worden toegestaan door het Microsoft SmartScreen.

Wanneer een Bubble update beschikbaar is kan deze op 3 manieren worden geïnstalleerd:

  1. Update door middel van installatie via MSI
  2. Update door middel van Bubble updater
  3. Update als handmatige actie in de software

Voor een update via optie 1 kan men zelf een nieuwe versie downloaden vanuit het Bubble Webportaal en deze installeren over de oude installatie. De oude installatie wordt automatisch verwijderd en het gebruikersprofiel blijft bewaard.

Voor een update via optie 2 kan worden gekozen op het moment dat er een nieuwe update beschikbaar is. Wanneer Bubble wordt opgestart, wordt gecontroleerd of er een nieuwe update beschikbaar is. Als dit het geval is, wordt er een popup getoond. Door op de pop-up te klikken kan de installatie gestart worden. Voor meer informatie over optie 3 zie Software > Application op de kennisbank.

Updates uitschakelen

Het is mogelijk om updates voor gebruikers uit te schakelen. Dit kan via het partnerportal (zie partnerportal > settings ) of met een configuratieparameter.

Config.ini Executable parameter Toelichting Beschikbaar vanaf versie
no_update_check=true  -no_update-check Applicatie mag niet controleren of er een nieuwe update beschikbaar is 1.3.0

Het gebruikersprofiel wordt standaard opgeslagen in de map: %APPDATA%\Bubble. Deze locatie kan worden aangepast via de configuratie parameters.

Config.ini Executable parameter Toelichting Beschikbaar vanaf versie
user_folder=D:\Bubble_user_data\
u|--user_folder=D:\Bubble_user_Data\
Wanneer de gebruikersdata in een andere map moet worden opgeslagen dan %APPDATA%\Bubble. 1.7.3

Bubble wordt automatisch opgestart iedere keer dat het systeem start. Er wordt een snelkoppeling geplaatst naar Bubble in de  map %PROGRAMDATA%\Microsoft\Windows\Start Menu\Programs\Startup. Indien je dit niet wilt, kun je dit aanpassen via de configuratie parameters.

Config.ini Executable parameter Toelichting Beschikbaar vanaf versie
no_auto_start=true
Applicatie zal niet opstarten wanneer gestart met -auto_start argument. 1.7.4
-auto_start
Argument wordt meegegeven aan applicatie wanneer deze automatisch wordt gestart bij het aanmelden van de gebruiker in Windows. 1.7.4

Het is mogelijk een multi tenant versie te maken van Bubble zodat je meerdere gebruikers tegelijkertijd actief kunt hebben. Voor een aantal CRM- ERP-applicaties kan dit handig zijn. Je kunt Bubble dan bijvoorbeeld op een server installeren in plaats van op de PC van de gebruiker.  Via de configuratieparameters kun je Bubble multi tenant maken.

Config.ini Executable parameter Toelichting Beschikbaar vanaf versie
multi_tenant=true
-multi_tenant
Maakt de applicatie multi tenant. 2.0.15

Bubble software

Als Bubble multi tenant is gemaakt, komt er een extra knop zichtbaar bovenin. Om enkele gebruikers aan te melden kun je klikken op de plus of eerst op het hamburger icoon en daarna op Add instance. 

Bulk aanmelding

Indien je veel gebruikers tegelijkertijd wilt aanmelden, kun je gebruik maken van bulk aanmelding. Klik op het hamburger icoon waarna het scherm verschijnt zoals hieronder afgebeeld. Klik op import en importeer het bestand wat aangemaakt is in het partnerportal (zie hieronder uitleg multi-tenant OTP’s).

Multi-tenant OTP’s

Om een bestand te genereren met gebruikersnamen en wachtwoorden kun je gebruik maken van de functie Multi-tenant OTP’s. Ga naar het partnerportal en open de juiste klant. Ga hierna naar het tabblad Bubble > Multi-tenant OTP’s.  Selecteer de gebruikers en klik op Export. Het gegeneerde bestand kun je gebruiker voor de bulk aanmeldingen zoals hierboven omschreven. Let op, het aangemaakte bestand is maar 2 uur geldig. Wanneer je de export niet binnen 2 uur inleest, dien je deze procedure opnieuw uit te voeren.

In deze kennisbank vermelden we dat je diverse instellingen kunt aanpassen middels een config.ini bestand. Een config.ini bestand maken is heel eenvoudig. Open kladblok en voeg de parameters toe die je wilt gebruiken (zie screenshot hieronder). Let op, start altijd met ‘ [bubble] ‘.

Klik daarna op Bestand > Opslaan als > en noem het bestand config.ini

Hierna zal het bestand er als volgt uitzien:

Windows

Als laatste stap dien je dit bestand te slepen naar de installatiemap van Bubble. Deze kun je vinden via Verkenner > Windows (C:) > Program Files > Bubble

macOS

Als laatste stap dien je dit bestand te slepen naar de user profile map van Bubble. Deze kun je vinden via /Users/{gebruikersnaam}/Library/Application Support/Bubble

Vanaf Bubble v3.3.0 is er een updater hulpprogramma aanwezig in de installatie folder van Bubble. Deze heet ‘Updater.exe’ (of Updater op OSX).

C:\Program Files\Bubble>updater.exe –help

-v, –version=VALUE Target version, e.g. ‘latest’ or v3.0.0

-c, –channel=VALUE Update channel, e.g. ‘stable’ or ‘beta’

-a, –auto Automatic update.

-h, –help Print help menu.

Er kan hier handmatig (of geautomatiseerd) via een taak een update worden uitgevoerd. Enkele voorbeelden:

Ophalen laatste stable versie en installatie interactief starten

Updater.exe -v latest -c stable

Specifieke versie ophalen en installatie interactief starten

Updater.exe -v 3.0.0

Automatisch checken voor nieuwe stable versies en installatie passief starten (taak uitvoeren als administrator)

Updater.exe -a